Casus

Nationaal grondbezit – de aanbesteder – heeft een werk in Malden aanbesteed aan Kerstens – de aannemer. Kamphuis – de leverancier – heeft bouwmaterialen, stenen en klinkers verkocht aan de aannemer en heeft ze geleverd op de bouwplaats in Malden. De aannemer is in staat van faillissement verklaard. De aanbesteder heeft de voltooiing van het werk aan een ander opgedragen. Toen de aannemer zijn werkzaamheden staakte waren er onverwerkte, door de leverancier geleverde stenen en klinkers op de bouwplaats aanwezig. De leverancier stelt daarvan eigenaar te zijn, omdat hij de bouwmaterialen aan de aannemer had geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De aanbesteder stelt eigenaar van deze stenen en klinkers te zijn op grond van par. 43 van de Algemene voorschriften voor de uitvoering en het onderhoud van werken. Par. 43 van deze AV luidt als volgt:

‘1. Alle op of bij het werk op het Rijksterrein aangevoerde bouwstoffen en daaruit vervaardigde voorwerpen worden, zodra zij zijn goedgekeurd, eigendom van het Rijk, zonder dat het Rijk uit enigen hoofde voor de betaling dier bouwstoffen aan de leveranciers aansprakelijk is.
2. De aannemer wordt geacht zich te verbinden alle bouwstoffen van de leveranciers te hebben gekocht onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat deze afstand hebben gedaan van alle aanspraken die zij in voorkomende gevallen daarop zouden kunnen doen gelden, en verklaren, dat zij de in het eerste lid bedoelde bouwstoffen, zodra zij zijn goedgekeurd, als eigendom van het Rijk beschouwen.’

De leverancier vordert dat de aanbesteder aan hem zal betalen de koopprijs van de stenen en klinkers ad fl. 24.180,53, Het Hof wijst de vordering van de leverancier toe.
De aanbesteder stelt beroep in cassatie in.

Rechtsvraag

Kan de aannemer die de bouwmaterialen voor de leverancier houdt, deze bouwmaterialen leveren aan de aanbesteder door middel van constitutum possessorium?

Is levering-c.p. door een houder mogelijk?

Essentie

Voor eigendomsoverdracht is ingevolge art. 3:84 BW een levering nodig. Levering van roerende zaken geschiedt door bezitsverschaffing. Wie houder is voor een ander, kan zich niet tot houder voor een derde maken (verbod van interversie art. 3:111 BW). De houder voor een ander kan dus niet aan een derde bezit verschaffen, wanneer hij de zaak onder zich houdt.

Levering-c.p. door een houder is derhalve niet mogelijk.