Casus

In zijn arrest van 11 maart 2005 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de vraag in hoeverre wetenschap van een handelsagent kan worden toegerekend aan de onderneming die door de agent wordt vertegenwoordigd. In dit geval hadden twee bestuurders van onderneming Idee 2 Bedrijfsvoorzieningen Coöperatie U.A. in een oriënterend en vrijblijvend gesprek aan een handelsagent van onderneming P&F Project Furniture B.V. meegedeeld dat zij hun bedrijf in de vorm van een coöperatie uitoefenden. De agent had deze informatie niet doorgegeven aan de bestuurders van P&F. Vervolgens ontstaat er een geschil over onbetaald gebleven facturen van P&F.

Rechtsvraag

Moet de kennis van de agent ten aanzien van de rechtsvorm van Idee 2 aan P&F worden toegerekend?

Essentie

Volgens de Hoge Raad is doorslaggevend of de wetenschap van de agent in het maatschappelijk verkeer als wetenschap van de onderneming heeft te gelden. Daarbij dient volgens de Hoge Raad met inachtneming van de omstandigheden van het geval te worden beoordeeld of de partij die de mededeling doet aan de agent het ervoor mag houden dat de onderneming daardoor (ook) op de hoogte is. De Hoge Raad overweegt dat in het licht daarvan een gebrek in de interne communicatie tussen de agent en de onderneming niet zonder meer voor rekening en risico van de onderneming komt.