Casus

Dubbele verzekering. Art. 277 K niet van toepassing op aansprakelijkheidsverzekering.

Korstanje is jegens een derde aansprakelijk voor de schade door deze geleden als gevolg van een aanrijding die Korstanje als door de eigenaar gemachtigd bestuurder van een personenauto heeft veroorzaakt. Deze aansprakelijkheid is gedekt onder twee verzekeringen, te weten een door de eigenaar van de auto bij Holland gesloten WAM-verzekering en een door Korstanje bij een andere verzekeraar gesloten rijbewijsverzekering.

Holland heeft zich in dit geding beroepen op het bepaalde in art. 277 K, stellende dat de rijbewijsverzekering, nu deze van oudere datum is dan de WAM-verzekering, dient stand te houden en Holland derhalve, als volgende verzekeraar in de zin van genoemde bepaling, is ontslagen. Veronderstellenderwijze ervan uitgaande dat art. 277 in het algemeen toepasselijk is op aansprakelijkheidsverzekeringen, heeft het hof het door Holland op dat artikel gedane beroep verworpen op een tweetal gronden, in zijn arrest vervat in de r.o. 7.2 onderscheidenlijk 7.3.

Essentie

Genoemd artikel heeft ten doel om, ingeval eenzelfde belang onder meer dan een verzekering is gedekt, te voorkomen dat de verzekerde uit hoofde van de gezamenlijke verzekeringen meer uitgekeerd zou krijgen dan zijn schade, voor zover verzekerd, beloopt. Gezien de door de wetgever ter bereiking van dit doel gevolgde weg -waarbij de “volle waarde” van het gevaarsobject een beslissende rol speelt -moet het ervoor worden gehouden dat de bepaling enkel ziet op die verzekeringen welke zich naar haar aard ertoe lenen de volle waarde van het betrokken object te dekken. Ten aanzien van aansprakelijkheidsverzekeringen is dit laatste niet het geval, nu de aard van die verzekeringen meebrengt dat van een gevaarsobject geen sprake is en het verzekerde belang in het algemeen niet tot een bepaald bedrag is beperkt.

Zulks in aanmerking genomen bestaat er onvoldoende grond om aan te nemen dat art. 277 mede toepasselijk is op aansprakelijkheidsverzekeringen, zodat indien eenzelfde aansprakelijkheid onder meer dan een verzekering is gedekt, de “volgende” verzekeraar niet is ontslagen en de verzekerde elke verzekeraar kan aanspreken, met dien verstande dat hij in totaal niet meer mag ontvangen dan zijn schade, voor zover verzekerd, beloopt.

Het voorgaande brengt mee dat het middel in het principale beroep niet tot cassatie kan leiden, zodat het incidentele beroep, nu dit voorwaardelijk is ingesteld, niet aan de orde komt.