Essentie

De constatering achteraf dat de cessieakte (of een computerlijst waarnaar de akte verwijst) kennelijk een verkeerde aanduiding van de vordering of haar schuldenaar bevat, betekent nog niet noodzakelijkerwijs dat de cessie is mislukt. Ondanks een dergelijke misslag is aan de genoemde eis voldaan, indien achteraf aan de hand van overige gegevens in de akte (of computerlijst), aangevuld met objectieve gegevens uit de administratie van de cedent, kan worden vastgesteld welke vordering of schuldenaar met de omschrijving moet zijn bedoeld. Wel moet voor de totstandkoming van de cessie langs de weg van art. 3:94 lid 1 de mededeling wel de juiste schuldenaar hebben bereikt (zie art. 3:35 lid 3, nr. 261). Indien een vordering voor een lager bedrag is opgenomen dan verschuldigd, komt in beginsel slechts cessie tot stand ter hoogte van dit lagere bedrag.