Essentie

Het uitgangspunt dat er in het algemeen slechts plaats is voor de toewijzing van een geldvordering bij voorraad in een kort geding, indien gegarandeerd kan worden dat het toegewezen bedrag aan de gedaagde wordt terugbetaald indien de eiser in het bodemgeschil in het ongelijk wordt gesteld vindt geen steun in het recht volgens de HR. De rechter zal slechts het restitutierisico laten meewegen.
Daarnaast is het uitgangspunt dat een geldvordering in kort geding niet toewijsbaar is indien de eisende partij in een financiële noodsituatie verkeert, omdat het restitutierisico te groot zou zijn, onjuist. Juist die financiële noodsituatie zorgt voor een spoedeisend belang om in kortgeding een geldvordering in te (kunnen) stellen. Wel zal de president het restitutierisico mee laten wegen.