Essentie

Mede de aan art. 6 EVRM ontleende, fundamentele beginselen van procesrecht brengen met zich mee dat een procespartij, die daarom verzoekt de gelegenheid hoort te hebben haar standpunt mondeling en ten overstaan van een rechter uiteen te zetten. Art. 144 Rv (oud) in verbinding met art. 347 lid 1 Rv. staat in een geval als het onderhavige, waarin de geïntimeerde geen memorie van antwoord heeft genomen, in beginsel niet in de weg aan toewijzing van het verzoek. Indien de tegenpartij hiertegen bezwaar maakt, kunnen slechts daartoe aangevoerde, klemmende redenen tot afwijzing leiden. De rechter kan in een geval als het onderhavige ook het verzoek ambtshalve afwijzen wegens strijd met de goede procesorde. In beide gevallen moet de afwijzing door de rechter uitvoerig gemotiveerd worden.